Voordat je deze plek in Bretagne bezoekt, moet je de graallegende lezen. In het bos hield de geheimzinnige halfzuster van koning Arthur (Morgana) haar minnaars gevangen. Een priester verwerkte de verhalen in de kerk van Tréhorentuec.
Het bos van Paimpont in Bretagne is beter bekend als het woud van Brocéliande. In dit magische woud tref je plekken aan, die je herinneren aan koning Arthur en de tovenaar Merlijn. Het zou het centrum van de zwarte magie zijn, het domein van Morgana le Fey, de heks uit de Arthurlegende.
Dit bos is dan ook de plek van de graalverhalen en het kerkje in Trehorenteuc verbindt deze verhalen met het christendom. De man die hiervoor verantwoordelijk was, heette Abbé Gillard. Hij was tussen 1942 en 1962 de pastoor in Tréhorenteuc.
Is de kerk van Tréhorenteuc een graalkerk?
Toen wij in de zomer van 2012 min of meer per ongeluk in het kerkje van Tréhorenteuc terecht kwamen, wisten we niets van deze enigmatische kerk en omgeving. We verwonderden ons slechts over de vreemde voorstellingen van de glas in lood ramen, de bizarre voorstellingen op de kruiswegstaties en de schilderijen die betrekking hadden op koning Arthur en de ridders van de ronde tafel. We herkenden het kruis van Jeruzalem en verwonderden ons over het vreemde beeldje van de aartsengel Michael, die de duivel, in de vorm van een monster, geketend had en in zijn hand een beker hield.
Het kerkje staat bekend als de graalkerk. Voor de Frans sprekenden zijn er rondleidingen, de rest van ons moeten het doen met de eigen kennis van graalverhalen.
In april 2012 schreef Filip Coppens een interessant artikel over deze kerk en zijn priester. Dat ontdekten we toen we, teruggekomen in ons gehuurde huis, het internet af zochten naar informatie over deze vreemde plek. Zijn verhaal was grotendeels gebaseerd op het boekje l’Abbé Henri Gillard, Recteur de Tréhorenteuc, een boekje dat inmiddels ook door ons is aangeschaft.
Wie was Henri Gillard?
Henri Gillard is geboren in 1901 en overleed in 1979. Toen hij in Tréhorenteuc werd aangesteld werd hij priester van een vervallen kerk in een dorpje met nog geen 150 inwoners. In 1962 werd hij door de kerkautoriteiten gedwongen deze kerk te verlaten, maar vanaf 1968 tot zijn dood mocht hij, op verzoek van de dorpelingen, bij wie hij populair was, terugkeren. Na zijn dood werd hij begraven in de kerk, die hij geheel volgens eigen inzichten had ingericht.
De reden van zijn gedwongen vertrek waren zijn denkbeelden, die duidelijk in de kerk zijn terug te vinden. Maar ook het gerucht dat hij een verhouding had met de plaatselijke onderwijzeres speelde een rol in het besluit tot zijn verbanning.
Overeenkomsten met Bérenger Saunière, de dorpspriester van Rennes le Château? In zekere mate wel. Maar Gillard is nooit rijk geworden en hoewel hij zeker ook mensen uit de esoterische wereld heeft gekend en ontvangen is hij altijd eenvoudig gebleven. Hij leefde zes dagen in de week op gesuikerd warm water met brood. Op zondag werd hij uitgenodigd om in het dorpscafé te eten. Het was zijn enige normale maaltijd in de week.
Zijn volledige inkomen stak hij in de restauratie van de kerk, tegenwoordig één van de meest bezochte kerkjes in Borcéliande. In 1999 maakte Mickaël Thomazo uit Ploërmel een beeld ter zijner gedachtenis. Dit beeld staat op een menhir voor de ingang van de kerk.
De deur is binnenin
Als je door de deur naar binnengaat word je verwelkomd met de mysterieuze woorden: la porte est en dedans. Hoe anders klinkt dit dan het terribilis est locus iste, dat Saunière boven de ingang van zijn kerk in Rennes le Chateau liet plaatsten.
Maar misschien bedoelden de priesters wel ongeveer hetzelfde, het terribilis est locus iste wordt immers onterecht vertaald met verschrikkelijk is deze plek. Een meer concrete vertaling van terribilis is ontzagwekkend. Bovendien vergeet men vaak de rest van de zin te lezen, die toch echt ook boven de deur van de ingang van het kerkje in Rennes le Château staat: “HIC DOMUS DEI EST ET PORTA COELI”; dit is de woonplaats van God en de deur tot de hemel.
Met andere woorden, beide priesters verwijzen naar een poort of deur, alleen is deze volgens Gillard binnenin te vinden. Binnen in jezelf of binnen in de kerk? Laten we de deur binnengaan om te kijken of we deze vraag kunnen beantwoorden.
Rechts zie je Christus en links van de graal zie je het Jeruzalemkruis, een verwijzing naar Godfried van Bouillon en de kruisvaarders. Dit Jeruzalemkruis zie je ook op de vloer van de kerk, op de plek waar het altaar staat.
Jozef van Arimethea zit geknield. Onder deze afbeelding zie je een man en een vrouw. In het hoofd van de man zou je het gezicht van Henri Gillard kunnen herkennen. Het geheel wordt omgeven door de symbolen van de vier evangelisten, de adelaar, de os, de mens en de leeuw die bijna lijken te versmelten met de eikenbladeren, de eikels en de vogels.
Inzoomend op de kelk zien we ook een man en een vrouw. Wellicht een verwijzing naar de alchemische bruiloft (Christian Rozenkreuz).
(Je kunt op de afbeelding klikken voor een vergroting)
De ramen links en rechts geven de oorsprong van deze kelk weer. Eén raam heeft de titel l’action de graces en laat de beker zien tijdens het laatste avondmaal. Feitelijk is alleen deze beker aanwezig op de tafel waaraan je Jezus met zijn elf discipelen herkent. Het tweede scherm draagt de naam l’apperition du saint Graal. Dit is een afbeelding van de graal die verschijnt aan het hof van koning Arthur. De graal vangt het bloed van de gekruisigde Christus op en wordt gedragen door twee engelen.
Duitse krijgsgevangen
Gillard heeft gebruik gemaakt van Duitse krijgsgevangen om zijn kerk te versieren. Op zich niet zo verwonderlijk omdat hij anders veel geld moest betalen voor het maatwerk dat hij verwachtte. De Duitse kunstenaars Peter Wissdorf en Karl Rezabeck volgden zijn instructies letterlijk op in ruil voor het feit dat zij niet in de gevangenis hoefden te verblijven. Rezabeck vertelde later dat hij eigenlijk niets wist van mythologie, maar dat Gillard hem instrueerde en meenam naar de magische plekken in het omringende woud.
Naast de kruiswegstaties schilderde Rezabeck vier schilderijen die aan de voorzijde van de kerk (links en rechts van het altaar) zijn terug te vinden.
De eerste drie schilderijen beschrijven het graalverhaal. Eén schilderij valt op omdat het een kopie is van een veel ouder schilderij, waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Het laat zien hoe de graal verschijnt als koning Arthur met zijn ridders aan de ronde tafel zit. Op één van de stoelen staat dit ook vermeldt.
Met wat moeite kun je de letters cop onderscheiden met daaronder K. Rezabeck 1945.
De Bron Barenton in Broceliande
Een schilderij met de ondertekening REZ ’47 stelt een soort zandloper voor. De delen in het midden zijn een verwijzing naar de bron Barenton, die je kunt terugvinden in het magische woud Broceliande. Deze bron lijkt soms te koken omdat er bubbeltjes uit opstijgen, terwijl het water koud als ijs is.
Volgens de overlevering zou de dappere ridder Ywein hier een zwarte ridder hebben overwonnen. Op het bovenste deel giet hij water uit over een steen bij de bron, waardoor noodweer ontstaat. Op de achtergrond zie je de zwarte ridder verschijnen. Hij wil wraak omdat de storm zijn landerijen heeft beschadigd. Daarachter staat de vrouw van de zwarte ridder. Ywein zou verliefd op haar worden en met haar huwen nadat hij de zwarte ridder heeft verslagen.
Het onderste deel stelt een gevecht tussen de ridders voor. Aan de wapenrusting te zien is het echter niet vanzelfsprekend, dat dit het gevecht tussen de zwarte ridder en Ywein is. Mogelijk is het een andere episode uit de graallegende, die natuurlijk bol staat van de gevechten om de één of andere schone jonkvrouw.
De tovenaar aan de linkerzijde draagt een aantal tekens van de dierenriem op zijn gewaad. Boeiend detail is dat het gouden kruis op de tafel is omgevallen. Het is sowieso interessant deze figuur te bestuderen. Prominent zijn de zes- én de achtpuntige sterren aanwezig. Is het de tovenaar uit het tarotspel of stelt deze figuur Merlijn voor?
De andere zijde stelt een slapende jongeling voor met op de achtergrond een vrouw met een witte slang in haar handen.
Graallegendes
Op het volgende schilderij konden we geen datum ontdekken. Het stelt wederom diverse scenes uit de graallegende voor. Links zie je duidelijk het kerkje van Tréhorenteuc. Ook de stenen zijn duidelijk herkenbaar. We zijn ze tegengekomen in de vallei der valse minnaars.
Je ziet een ingesloten Merlijn, die door zijn minnares Viviane betoverd is en gevangen wordt gehouden.
Op de voorgrond, de vrouw in het rood… is het Viviane of is het Morgane, de heks/halfzuster van Arthur? Qua symboliek maakt het weinig uit. Morgana zette haar valse minnaars gevangen in deze vallei, net zoals Viviane Merlijn gevangen hield. Ze zouden daar voor eeuwig rondzwerven tot ze uiteindelijk door Lancelot bevrijd worden. Het is een vallei waar je makkelijk kunt verdwalen, zegt men. Het hoge ijzergehalte in de rotsen zou een kompas onbetrouwbaar maken (maar met onze GPS hadden we daar weinig last van).
Morgane of Viviane spreekt de ridder (Gawain) aan. Als deze niet antwoordt, wordt hij veranderd in een dwerg. Later wordt hij weer normaal als hij Viviane wél netjes begroet. Ook zie je de strijd tussen de twee draken, het schaakspel, waarnaar de ridder Walewijn op zoek ging en nog veel andere elementen uit de graallegende.
Het gerucht gaat dat de dorpsonderwijzeres model heeft gestaan voor de vrouw die in het rood is gekleed.
Onenne
Het vierde schilderij is een huiselijk tafereel. Het stelt het gezin voor van de heilige aan wie deze kerk is gewijd: Onenne. Op de pilaren lees je de naam van de ouders, Judaël en Pritelle en de namen van haar broers en zusters. Een aantal van hen is heilig verklaard, net als Onenne.
Het schilderij is ondertekend met REZ ’46.
Op de voorgrond zien we Onenne met haar moeder. Het raam geeft rechts uitzicht op de kerk.
Over haar leven kun je het beste lezen op Heiligen.net. Het verhaal komt erop neer dat de koningsdochter het leven van een maagd en kluizenares verkiest boven het leven aan het hof.
Het verhaal van Onenne
- Onenn (ook Onen, Onenna, Onenne en Onnen) van Tréhorenteuc, Bretagne, Frankrijk; maagd & kluizenares; † 630.
Feest 30 april & 1 oktober (met haar zus Eurielle).
Onenne is geboren als dochter van koning Domnoneus Judaël van Bretagne en koningin Pritella. Dit echtpaar was de ouders van minimaal zes heilige kinderen:
- Judicaël van Gaël;
- koning Salomon II van Bretagne;
- de pelgrimspatroon Judok;
- Winok , een kluizenaar in Zuid-West-Vlaanderen;
- Sint Eurielle van Trémeur;
- Onenne.
Onenne mocht zich eigenares mocht noemen van de burcht Tréhorenteuc, in het huidige departement Morbihan even ten westen van Paimpont. Op 400 passen afstand van de burcht leidde zij het leven van een kluizenares. Later zou de nabijgelegen bron naar haar worden genoemd. Het kasteel was opmerkelijk, omdat het helemaal uit baksteen was opgetrokken. Volgens de overlevering stierf zij reeds op 24-jarige leeftijd. Zij werd begraven bij de achterpoort van het kasteel, te midden van de arme mensen.
Hieronder zes glas in lood ramen over het leven van Onenne.
Onenne ontvangt de maagdenzegen van Sint Elouarn
Onenne ontvangt een kus van de Heilige Maagd
Onenna wisselt van kleren met een arme vrouw
Onenne wordt belaagd door een vrijer, maar zij verdedigt haar eer
Onenne toont haar testament waarin zij alles nalaat aan de armen
Haar uitvaart wordt door vele vereerders bezocht
Praktische informatie
Het kerkje van Tréhorenteuc is zeer de moeite waard om te bezoeken. Bij de plaatselijke toeristeninfomatie kan met ook een wandelkaart van de omgeving kopen.
Ook het bos is een geweldige ervaring.
(Brocéliante wordt op de kaart Paimpont genoemd).