In 1934 wordt een deel van het beroemde altaarstuk Het Lam Gods ontvreemd. De diefstal doet nationaal en internationaal veel stof opwaaien, maar onderzoek loopt al snel dood. Na drie weken komt daar verandering in. De dief – of een handlanger van de dief – laat van zich horen. Het bisdom ontvangt de eerste van de dertien chantagebrieven.
Volg deze link als je over de diefstal wilt lezen.
In het onderzoek naar de Rechtvaardige Rechters spelen de chantagebrieven een centrale rol. Ondanks het feit dat er geen twijfel is over de ‘betrouwbaarheid’ van deze brieven, besluit het gerecht niet in te gaan op chantage. Hierdoor is het paneel nog steeds niet gevonden. In dit artikel een overzicht van de gebeurtenissen en een blik op de mysterieuze veertiende brief, de brief die nooit werd verzonden.
Strictement Personelle
De envelop waar de eerste brief inzat, was gericht aan Monseigneur l’Eveque, Eveché, Gand. Op de envelop stond duidelijk Strictement Personelle. Het was dus een strikt persoonlijke brief aan de bisschop van Gent, monseigneur Coppetier. Met de hand heeft iemand er 30 avril op geschreven.
De politie kwam de chantagebrief op het spoor via kanunnik Standaert, die tijdens een onderhoud vertelde dat er een interessante brief op het bisdom was aangekomen. Commissaris Luysterborgh dringt er bij hem op aan dat de brief wordt overhandigd aan de politie. Op 7 mei komt kanunnik van den Gheyn hem deze persoonlijk overhandigen. Het was meteen duidelijk dat deze brief uitermate serieus genomen diende te worden.
Wat direct opviel, was dat de brief was getypt. Een schrijfmachine was in die tijd zeldzaam en werd maar door een paar winkels verkocht of verhuurd. Zelfs de politie bezat geen schrijfmachine en proces-verbalen werden met de hand geschreven.
Het is dus opmerkelijk dat de politie niet direct een onderzoek instelde om de afperser via de schrijfmachine op het spoor te komen.
Chantagebrieven - hoe pak je dat aan?
Voordat ik de chantagebrieven bespreek, wil ik je eerst meenemen in de gedachtegang van de afperser.
Als je iemand wilt chanteren, doorloop je de volgende stappen:
- je wekt vertrouwen;
- je stelt je eisen;
- je vertelt de procedure;
- je dreigt met wat er gebeurt als er niet aan de eisen wordt voldaan;
- je gebruikt een pseudoniem.
De in het Frans opgestelde brief volgt deze stappen precies.
- De afperser vertelt dat hij over twee panelen beschikt en dat hij bereid is om de minst kostbare terug te geven om zijn goede wil te tonen;
- Hij eist één miljoen frank en vertelt precies in welke coupures hij dit bedrag wil ontvangen en aan welke eisen het geld moet voldoen;
- Hij vertelt dat de bisschop na de uitwisseling in bezit zal komen van de plaats waar de Rechtvaardige Rechters verborgen is;
- Hij dreigt dat de kans op beschadiging van het kunstwerk groot is als er te lang wordt gewacht. Een weigering “ou la recherche d’une solution par des moyens détourneés, provoqueront automatiquement la desstruction définitive et irréparable de des joyaux” (…of het zoeken van een oplossing langs slinkse wegen zal automatisch de definitieve en onherstelbare vernietiging van deze schatten tot gevolg hebben);
- De dief ondertekent met de letters D.U.A. en wil hier ook mee aangesproken worden. De bisschop moest in het dagblad La Dernière Heure een advertentie plaatsen om de deal te bevestigen. De advertentie moest luiden: “D.U.A. D’acord avec les autorités, nous acceptons intégralement vos propositions” (D.U.A, In overeenstemming met de autoriteiten accepteren we uw voorstellen volledig).
Zijn de dief en de afperser één persoon?
Volgens de brief hebben we met twee personen te maken. De afperser schrijft:
“Wij zijn van oordeel dat het beter is u niet te vertellen hoe wij in het bezit zijn gekomen van deze juweeltjes. Dat is op zo’n chaotische manier gebeurd dat de plaats waar het kostbaarste van de twee werken berust slechts aan één persoon bekend is.”
Ik denk dat de afperser hier eerlijk is.
Het raadsel van de drie weken...
Het feit dat er drie weken waren verstreken voordat de eerste brief werd geschreven, geeft ruimte aan de volgende veronderstelling: de afperser was een amateur detective en had in die periode de dief opgespoord. Hij was in de unieke omstandigheid waarin hij zowel het bisdom als de dief kon chanteren.
Als afpersing het vooropgestelde plan van de dief was geweest, was de brief daags of kort na de ontvreemding verstuurd. De dief had alle tijd om zowel de diefstal als de afpersing vooraf te plannen en had er belang bij zich zo snel mogelijk weer van het schilderij te ontdoen. Hoe langer het paneel in zijn bezit zou zijn, hoe groter de kans dat iemand het zou vinden.
Een deal?
Het komt mij voor dat de afperser en de dief een deal hebben gesloten, waarbij de afperser ervoor zorgt dat het losgeld wordt betaald en dat de dief het paneel van de Rechtvaardige Rechters verborgen houdt tot hij een som geld had ontvangen.
Opvallend is de tegenstrijdigheid in deze alinea: “Hoe wij in het bezit zijn gekomen van deze juweeltjes” suggereert dat de afperser beide panelen in bezit heeft, maar de opmerking “…dat de plaats waar het kostbaarste van de twee werken berust slechts aan één persoon bekend is”, suggereert dat de afperser hier geen invloed over heeft en misschien zelf niet weet waar het paneel zich nu bevindt. Het suggereert dat de afperser een tussenpersoon is hetgeen ook in latere chantagebrieven wordt geopperd.
D.U.A. Proposition exagerée
Na rijp beraad besluiten bisdom en gerecht de afperser uit de tent te lokken door niet direct akkoord te gaan met de voorwaarden. Hierdoor wordt de dief gedwongen te improviseren en zo een fout te maken. Ze plaatsten daarom een bericht in waarin staat dat ze het voorstel overdreven vonden.
De afperser reageert onmiddellijk en het bisdom ontvangt een tweede brief, waarin de afperser de bisschop maant om opnieuw contact op te nemen met de autoriteiten. Hij dreigt daarbij om enkele stukjes van het paneel van “Saint Jean” (Johannes de Doper) op te sturen als er niet aan zijn eisen wordt voldaan.
Vreemde aanvulling op de tweede brief
Een vreemde aanvulling is een apart briefje waarin hij de bisschop een vergoeding van 5% aanbiedt.
De vertaling luidt:
“Monseigneur, wij mogen deze zaak bijna als een commerciële aangelegenheid afhandelen en omdat de objecten in werkelijkheid aan derden toebehoren, is het alleen maar eerlijk u een vergoeding van 5% uit te keren, waarover u vrij kunt beschikken”.
Een vreemd detail is de D%, die om aandacht lijkt te roepen, omdat de afperser doorgaans geen spaties achter de punten in D.U.A. zet.
Justitie neemt het over
Het bisdom was bereid om het losgeld te betalen, maar de regering “onderhandelt niet met gangsters”, besloot het ministerie. Formeel was het altaarstuk eigendom van de staat en deze had de bevoegdheid om op eigen wijze te handelen. Door deze opstelling zag de bisschop af van verdere onderhandelingen en was het de gerechtelijke overheid die de zaak onder verantwoordelijkheid van procureur De Heem overnam.
De Heem reageert op 25 mei met een advertentie in de krant met de door D.U.A. gewenste tekst:
De terugkeer van Johannes de Doper
Het antwoord laat niet lang op zich wachten. Het is duidelijk dat de afperser de brief al bijna klaar had, want een paar dagen later ontvang het bisdom de derde brief, gepost op 28 mei in Brussel. In de envelop zit ook een depotbiljet, afgegeven door het bagagecentrum van het Noordstation in Brussel.
In de bijgevoegde brief staat dat het losgeld moet worden overhandigd aan een tussenpersoon, wiens naam binnen drie dagen bekend wordt gemaakt.
Op dinsdag 29 mei leverde de politie, in bijzijn van kanunnik Standeart, het biljet in bij het bagagedepot. De bediende haalde een pakket op dat in het gerechtshof in Brussel geopend werd. Daar werd opgelucht vastgesteld dat het paneel met Johannes de Doper onbeschadigd terug was gekomen.
D.U.A. of A.N.S
De terugkeer van Johannes de Doper werd gelekt aan de pers. Op 31 mei 1934 verscheen in het Brusselse blad L’Indépance Belge het bericht dat het paneel weer in het bezit van het bisdom was. 1 Juni stond het nieuws in alle dagbladen.
Door dit lek werd alles op scherp gesteld. D.U.A. was bang dat de zaak door deze indiscretie verkeerd voor hem zou aflopen.
Hij schrijft een nieuwe brief waarin staat dat hij volkomen zeker wil zijn van het feit dat de zaak geklasseerd wordt en dat er niets ondernomen zal worden om de identiteit op te sporen van de personen, tussenpersonen of anderen die zich bezig houden met de overdracht of de ontvangst van de commissie.
D.U.A. wil dat de initialen D.U.A. worden gewijzigd in A.N.S en geeft aan dat de afspraak bevestigd moet worden met de woorden:
A.N.S. Enagement (sic) le plus absolu que secret sera gardé. Agissez en toute tranquilité (A.N.S absolute toewijding dat het geheim zal worden bewaard. Handel in volledige rust).
Opvallend is dat er in de brief wordt gesproken over personen die zich bezig houden met de overdracht en met het ontvangen van de commissie. Blijkbaar mag de identiteit van de dief wel achterhaald worden.
Het overhandigen van het losgeld
Op 1 juni ontving het bisdom de vierde brief. Ook deze brief moet al vooraf geschreven zijn. Het adres waar het losgeld heen moest worden gebracht was naderhand ingevuld en nogmaals onderaan de brief herhaald.
Het adres was de pastorie van de Laurentiuskerk in Antwerpen. Het bisdom moest het geld overhandigen aan pastoor Meulepas. Het geld moest dubbel ingepakt worden. Het binnenste pakketje moest het zegel van het bisdom dragen.
Over de overdracht valt veel te vertellen, maar op dit moment volstaat dat het pakketje niet de verwachte miljoen franc bevatte, maar slechts 25.000 franc. Het is nauwelijks voor te stellen hoe teleurgesteld de afperser moet zijn geweest.
De gerechtelijke politie had een brief toegevoegd, met de hand geschreven, zogenaamd namens de bisschop. In de brief een toezegging dat er nog 225.000 zou worden betaald als de Rechtvaardige Rechters terugbezorgd zou worden.
Vanaf dit moment ontstond een kat en muis spel met alleen maar verliezers.
Na de dertiende brief is het stil...
Zolang we met elkaar communiceren, is er een kans dat we de dief in de kraag kunnen vatten, moet het gerecht gedacht hebben. Ik denk dat men veronderstelde dat de dief een fout zou maken, waardoor het paneel terug zou keren. Wat moet men achteraf een spijt hebben gehad dat men het niet anders heeft aangepakt!
In de maanden die volgen valt op dat de schrijver van de chantagebrieven steeds wanhopiger wordt. Of is het manipulatie? Hij smeekt, overdrijft, dreigt en verwijt, maar het gerecht gaat er niet op in. Ze blijven volhouden dat de dief het paneel eerst moet teruggeven en dat daarna het geld wordt betaald. Vanuit het perspectief van de afperser een waanzinnig voorstel.
De laatste brief stamt van 1 oktober 1934. In deze brief geeft hij aan dat hij is uitgespeeld en dat hij het verder overlaat aan zijn kameraden, die het paneel blijkbaar willen vernietigen. Hij heeft het over zijn naderende reis en dat hij zijn vreselijke geheim mee zal nemen.
De chantagebrieven van Arsène Goedertier
Wat zeggen de chantagebrieven nu precies? Is er een code uit te halen die ons op het spoor van de bergplaats brengt? Of zijn het de woorden van een afperser die steeds wanhopiger wordt en die langzaam op het punt komt om zijn geheim prijs te geven? We zullen het nooit weten, want op 25 november 1934 neemt het verhaal weer een andere wending.
Op die dag overlijdt een geldwisselaar uit Wetteren. Zijn naam is Arsène Goedertier. Op zijn sterfbed vertelt hij aan een goede vriend dat hij de enige is die weet waar het Lam Gods zich bevindt. Na zijn dood worden niet alleen de doorslagen van de chantagebrieven gevonden, er ligt ook een veertiende brief klaar die half december verstuurd had moeten worden.
Als je denkt dat het mysterie hiermee snel wordt opgelost heb je het mis. De bekentenis en het onderzoek dat volgt is het begin van allerlei nieuwe verwikkelingen.
Mysterieuze veertiende brief
In een la van het bureau van Arsene Goedertier worden de doorslagen van de chantagebrieven gevonden. Plus… een met de hand geschreven brief die nog verstuurd had moeten worden. Goedertier beschrijft in deze brief een ingewikkelde procedure om te communiceren over de teruggave van het paneel. De afbeelding van een deel van de brief staat op onderstaande afbeelding.
Ik heb de tekst van hierboven letter voor letter uitgewerkt. Op het forum kun je met je eigen ideeën hierover komen. Is dit werkelijk een manier om te communiceren of is het een code naar de bergplaats van het paneel?
Gratis e-book
In dit verhaal vertel ik alleen de hoofdlijn rond de chantagebrieven. Er is echter zoveel over te vertellen dat ik nog lang niet ben uitgeschreven over dit onderwerp.
Wil je nu al meer weten? Download gratis het boek van Maria de Roo, een vrouw uit Wetteren die door dit mysterie was gegrepen. Maria is tien jaar geleden overleden. Dit is voor mij aanleiding om het verhaal rond de mysterieuze diefstal opnieuw te vertellen.
Ook vandaag is er iemand bezig om als tussenpersoon het paneel terug te bezorgen. Dr. Paul de Ridder is ervan overtuigd dat het paneel bij een vooraanstaande familie is ondergebracht en dat deze familie het, uit angst voor een schandaal, niet durft terug te geven. Paul de ridder is historicus heeft met dit verhaal meerdere malen het nieuws gehaald.