Van Rennes-le-Château wordt gezegd dat het een van de meest mysterieuze bestemmingen in Frankrijk is. Toch is het zo dat veel mensen wat teleurgesteld zijn na een bezoek aan het dorp. Het slaperige dorpje is veranderd in een toeristische attractie, terwijl er niet eens zo heel veel is te zien. Maar voor liefhebbers van het mysterie ligt dat natuurlijk anders!
Als je bij Carcassonne de snelweg afgaat richting Limoux, kom je tussen Limoux en Quillan bij het plaatsje Couiza de afslag naar Rennes-le-Château tegen. Vroeger zou je de afslag zomaar voorbij kunnen rijden, maar tegenwoordig wordt het aangegeven met een flink bord. Je volgt de slingerende D52 naar boven en parkeert je auto op één van de parkeerplaatsen bij de ingang van het dorp.
Tot 2018 kon je met de auto helemaal naar de parkeerplaats in het dorp rijden. Tegenwoordig betaal je parkeergeld en parkeer je de auto net voor het dorp. Ben je goed ter been en wil je wat geld uitsparen? Parkeer dan op de parkeerplek voor kampeerauto’s en loop die paarhonderd meter naar boven.
Als je nog niets van het mysterie van dit dorpje weet, kun je Wat is het mysterie van Rennes-le-Château? lezen. In dat artikel vertel ik in het kort de achtergrond van het verhaal van de priester, die op mysterieuze wijze steenrijk is geworden.
Als “Rennie” of Rennes le Chateau fanaat, moet je dit boek in je boekenkast hebben staan. Dit is de luxe uitgave met prachtige afbeeldingen, maar voor minder geld kun je een pocket-editie kopen bij bol.com.
Naar aanleiding van dit boek is de mystificatie rond Rennes-le-Chateau begonnen.
De attractie Rennes-le-Château
Men doet er (helaas) alles aan om van Rennes-le-Château een toeristenattractie te maken. In de zomer kun je met een wit treintje naar boven rijden. Eenmaal boven kun je het domein van de priester bekijken. Aan het einde van de weg tref je het kerkje aan. Als je voor de kerk linksaf gaat, zie je een groot huis, villa Bethanië. Loop nog even verder langs de tuinen en je ziet de Tour Magdala, die je op vrijwel iedere foto van Rennes- le-Château ziet staan.
Als je de villa, de tuinen en de toren echt wil bezichtigen, moet je naast het kerkje een kaartje voor het museum kopen. Voor de kerk hoef je geen entree te betalen. De begraafplaats kun je niet bezoeken.
In het dorp heb je diverse restaurantjes, wat leuke winkeltjes en twee plekken waar je boeken kunt kopen.
Boekverkoop
Voor mij zijn de boekwinkeltjes het hoogtepunt. Over Rennes-le-Château zijn honderden boeken geschreven en in deze winkeltjes kun je ze bijna allemaal kopen. Als je je wilt verdiepen in het mysterie is dit dus de plaats om je kennis te vergroten. Uiteraard zijn de meeste boeken in het Frans, maar je kunt ook je hart ophalen aan Nederlandse, Engelse en Duitse boeken.
De tuin van Marie
Als het lekker weer is, ga je je pas aangeschafte boeken lezen in de Jardin de Marie (Tuin van Marie). Marie Dénarnaud was de dienstbode van Saunière en in deze tuin ontving Saunière zelf ook zijn gasten. Tegenwoordig is dit de plek waarop de plaatselijke onderzoekers elkaar ontmoeten. Aan zijn korte witte baard en halflange witte haren kun je Henry Lincoln herkennen. Als je geluk hebt zie je Claire Corbu en haar man Antoine Captier. Claire Corbu heeft Marie Dénarnaud nog gekend en de vader van Antoine Captier was koster in de tijd van Saunière. Claire en Antoine Captier hebben heel wat boeken gepubliceerd over dit mysterie.
Maar zelfs al zijn er geen “beroemdheden” aanwezig, de wijn is heerlijk en het eten is uitstekend!
De kerk
Toen ik in mei 2017 voor de zoveelste keer het kerkje wilde bezoeken was de deur afgeplakt met roodwit lint. Het was onmogelijk om naar binnen te gaan.
Op straat sprak ik een bekende aan die vertelde dat de kerk het doelwit van een terroristische aanslag was geweest. Later bleek dat de aanslag meer het werk was van een verwarde vrouw. Ze had zowel de duivel bij de ingang als de voorstelling van Maria Magdalena op het altaar beschadigd. Met een bijl was ze tekeer gegaan in het kerkje.
De toegesnelde burgemeester had haar kalm weten te krijgen en toen ik voor de deur stond had de politie haar net afgevoerd.
De duivel bij de ingang
De kerk in Rennes-le-Château is één van de weinige kerken waar je begroet wordt door de duivel. Met een schelp gevuld met wijwater op zijn hoofd is hij gedwongen om de mensen op zijn knieën te begroeten. Met uitpuilende ogen en een vertrokken grijns kijkt Asmodeus (want die naam heeft hij in de loop der jaren gekregen) naar een plek op de vloer.
Dat wil zeggen, hij keek, want het inmiddels herstelde beeld is een kopie van een replica. Asmodeus was zijn hoofd namelijk al een keer eerder verloren. In de jaren tachtig heeft iemand die gekke kop als souvenir mee naar huis genomen. Om dit soort ellende in de toekomst te voorkomen is Asmodeus tegenwoordig opgesloten in een glazen kooi.
De symboliek van Asmodeus
De duivel met een wijwatervat op zijn hoofd is niet zo vreemd als het lijkt. Het symbool van een duivel die onder het gewicht van het wijwater bijna bezwijkt, kom je vaker tegen. Maar deze duivel lijkt nauwelijks te capituleren. Hij draagt de schelp, met daarboven ook nog eens vier engelen, triomfantelijk. Nee, deze duivel geeft zich niet zo snel over aan de christelijke symboliek.
Boven de wijwaterbak zie je de letters B.S. Staan deze letters voor Bérengèr Saunière? Of verwijst het naar de plek waar de rivieren La Blanque en La Salse bij elkaar komen, net ten zuiden van Rennes les Bains? En wat doen die afbeeldingen van salamanders daar?
Voor Henri Lincoln is het duidelijk: de hele groep heeft een alchemistische betekenis: Asmodeus staat voor aarde, de salamanders voor vuur, het wijwatervat draagt water en de hemelse engelen symboliseren de lucht. Maar ja, wat we daar dan mee moeten?
De staties en beelden
De staties en de beelden in de kerk vragen om onderzoek. Klopt de volgorde wel? In de meeste kerken in Frankrijk draaien de afbeeldingen van de kruisweg met de klok mee. In deze kerk zijn ze omgekeerd, een fenomeen dat je ook tegenkomt in de St. Sulpice in Parijs.
Op zich is er op het eerste gezicht niet zoveel vreemds aan de kruiswegstaties. De gipsen afbeeldingen zijn gegoten door de firma Giscard uit Toulouse en je komt ze in meerdere kerken tegen. Overal is het schilderwerk een beetje anders.
Volgens sommige onderzoekers heeft Saunière deze echter zelf beschilderd en doet hij daarmee zijn geheim uit de doeken, als je zijn aanwijzingen tenminste kunt lezen en begrijpen.
Maria Magdalena
Lopen we naar het altaar waar de verwarde vrouw Maria Magdalena ook van haar hoofd beroofde dan staan we wederom voor een vreemd tafereel. Op de achtergrond zien we de letters J.M. Zou het de afkorting van Jezus en Maria kunnen zijn, een verwijzing naar een huwelijk tussen deze twee?
Bekijk dan ook de glas-in-lood ramen. Het zijn taferelen uit het leven van Maria Magdalena, zoals de opwekking van haar broer Lazarus en het oliën van de voeten van Jezus. Ze zijn gemaakt door de firma Feur en als je de afbeeldingen met een verrekijker bestudeert, kun je deze naam ook lezen.
Maar speur even verder en kijk of je de letters ONIS kunt vinden met de daarbij horende getallen. Stamt deze markering uit de tijd van Saunière of is het een grap uit de jaren tachtig? Onis is natuurlijk een anagram van Sion.
Enfin, laat ik je dan maar direct uit de droom helpen. Het betreffende raam is een verwijzing naar een restauratie uit 1984 en de zoveelste mystificatie die je tegenkomt in de kerk.
Terribilis est locus iste
Als je uitgekeken bent in de kerk is het tijd om weer naar buiten te stappen. Kijk omhoog bij de ingang en probeer te ontcijferen wat er boven de deur staat. “Terribilis est locus iste”, “Vreselijk is deze plek”. Heb je dat gevoeld, toen je binnen was? Heb je gemerkt dat je in een ontzagwekkende (=vreselijke) plaats bent geweest?
Boven het logo van Paus Leo XIII kun je lezen dat deze kerk aan Maria Magdalena is gewijd.
Vreemde jaartallen en tekens op de muren
Als je buiten staat is het ook interessant om de muren van de kerk en de pastorie te bekijken. Je treft er meerdere jaartallen aan en stenen met vreemde symbolen. Wat de betekenis daarvan is, weet niemand. Heeft Saunière de tekens aangebracht of stammen ze uit een eerdere periode?
De begraafplaats
De begraafplaats is niet meer toegankelijk voor publiek. Ooit hebben Claire Corbu en Antoine Captier ons meegenomen om daar rond te kijken. Er was niet veel bijzonders meer te zien. Voor Saunière is in 2004 een nieuw graf gemaakt, het ligt in de tuin van villa Bethanie, maar of daar ook daadwerkelijk het lichaam van Saunière in ligt, betwijfel ik. Rond diezelfde tijd heeft men de begraafplaats grondig geschoond, dat wil zeggen dat er veel botten over de muur zijn gegooid en op het paadje eronder terecht zijn gekomen. Inmiddels zullen ze wel verteerd of verdwenen zijn, maar rond die tijd werden ze soms meegenomen als een luguber souvenirtje.
Het museum
Ik heb het museum voor het laatst in 2007 bezocht. Na die tijd zijn er veel restauraties en verbouwingen geweest. Wie in het Rennes-le-Château van nu rondwandelt zal ook hier weinig terugzien van de originele inrichting van villa Bethanië en de pastorie. En toch is het de moeite waard om het entreekaartje te kopen om het museum te bezoeken.
Je krijgt in ieder geval een goed beeld van het verhaal van Rennes-le-Château.
Villa Bethanië
De villa met zijn ruime kamers is tussen 1901 en 1905 gebouwd onder leiding van Eli Bot. In 1909 werd er een speciale kapel aan vast gebouwd, zodat Saunière na zijn gedwongen aftreden zijn missen kon blijven uitvoeren. Dit werd later de serre van het huis.
Toen Marie Dénarnaud het huis erfde had ze geen geld om de eigendomsbelasting te betalen en -zoals ik een ander artikel schrijf – verkocht ze het in 1955 aan Noël Corbu, die er een hotel van maakte.
De pastorie
Over de pastorie wordt verteld dat Saunière er aanvankelijk niet in kon wonen, omdat het zo bouwvallig was. Na de broodnodige restauraties heeft hij er echter tot zijn dood gewoond. Na zijn dood is de pastorie enkele keren verbouwd. Bij de laatste restauratie heeft men een kijkgat gevonden; het bleek mogelijk om de kerk vanuit de pastorie onopvallend in de gaten te houden.
De tuinen
Een deel van de tuinen is ook alleen te bezichtigen met een museumkaartje. Zoals eerder gezegd, het graf van Saunière dat je daar tegenkomt is niet origineel. Via de tuinen kun je bij de Tour Magdala komen en over de “vestingmuur” lopen.
De parkeerplaats bij de watertoren
Deze parkeerplaats en de tuin daarnaast is een favoriet plekje voor de mensen uit de omgeving om rond zonsondergang naar toe te gaan. Maar ook vroeg in de ochtend is het uitzicht spectaculair. Als de wolken nog in het dal hangen, heeft het landschap iets sprookjesachtig.
Wandeling rond het dorp
Als je het paadje bij de Tour Magdala volgt, kun je onder het terrein van de priester lopen. Je loopt dan onder langs de begraafplaats, het kasteel en je komt uit bij de nieuwe parkeerplaats. Het is een wandeling van hoogstens tien minuten, maar wel leuk om te maken.
De ufo-landingsplaats van Elizabeth Van Buren
Als je de omgeving van Rennes-le-Château afspeurt via Google earth, zie je een groep coniferen die samen een pijl vormen. Deze pijl is geplant door Elizabeth Van Buren, die zich rond 1980 in de buurt van Rennes-le-Château vestigde. Zij was een rijke Amerikaanse vrouw, kleindochter van voormalig president Martin van Buren.
Elizabeth geloofde dat Rennes-le-Château het hart van de wereld vormde. Ze liet op het terrein een fontein plaatsen (werkt nu niet meer) en een pilaar. Volgens haar zou deze plek zich vullen met positieve energie. Als het einde van de wereld zou plaatsvinden, zou op die plek een UFO landen om positief gestemde aardbewoners mee te nemen naar een veilige plek. Dit verhaal zou later gebruikt worden om de Bugarach als enige veilige plek aan te wijzen voor de Apocalyps die op 21 december 2012 zou plaatsvinden.
Elizabeth van Buren staat ook aan de basis van de legende dat Maria Magdalena zich samen met Jezus heeft gevestigd in de omgeving van Rennes-le-Château. Zij heeft Grotte de Fournet herdoopt tot de grot van Maria Magdalena. Eén van de ramen van de Tour Magdala kijkt uit op deze grot.
Rennes-le-Château anno 2020
Mijn eerste bezoek aan Rennes-le-Château stamt uit 2002. Sinds die tijd ben ik er vaak geweest. Iedere keer verandert er iets. In de afgelopen jaren zijn er grote restauraties geweest. Soms denk ik dat het stadsbestuur deze restauraties heeft uitgevoerd in de hoop een aanwijzing te vinden naar de rijkdom van de priester. Met deze restauraties zijn veel originele zaken verloren gegaan.
Het dorpje is ingrijpend veranderd. Er zijn winkels en restaurants gekomen op plekken waar eerst bouwvallige huisjes stonden. Op dit moment wordt het kasteel gerenoveerd en het zou mij niet verbazen als de bezichtiging hiervan ook een toeristenattractie wordt.
Het is niet erg. Ik gun het dorp zijn bezoekers en het geld wat ermee wordt verdiend. Maar als je denkt dat het dorp en de kerk je nog op het spoor van de schat van de priester kan zetten, dan durf ik dat te betwijfelen. Om het enigma van Rennes-le-Château een beetje te bevatten, kun je beter beginnen met het lezen van boeken over het mysterie.
Dit boek was één van de eerste boeken die ik las over het onderwerp. De lijnen die erin zijn getrokken hebben we nauwgezet nagetekend en uiteindelijk leidde dit tot de vindplaats van schachten, ruïnes en kruisen.
Een prachtig boek om je nieuwsgierigheid over dit onderwerp te bevredigen.