Is er ook een mysterie van Brussel? Natuurlijk! Over de geldverslindende projecten zoals de overwelving van de Zenne en de bouw van het justitiepaleis is men nog lang niet uitgepraat. Is het corruptie of conspiracy?
Geldverslindende projecten
In dit artikel wil ik aandacht besteden aan twee vreemde verhalen die bij Brussel horen en waarover de laatste woorden nog niet gesproken zijn. Het eerste verhaal gaat over de overwelving van de Zenne, de rivier waaraan Brussel ligt. Het tweede verhaal gaat over het justitiepaleis.
Beide projecten gingen ten koste van de bewoners van de volksbuurten. Niet alleen zijn het voorbeelden van geldverslindende projecten, de gevolgen voor de gewone Brusselaar waren gigantisch. Zij raakten hun huis kwijt en werden gedwongen hun wijk te verlaten. Menige Brusselaar is daar nog woedend over.
Maken al deze megalomanische projecten deel uit van een vooropgezet plan? Is er sprake van corruptie? Er is zowaar een conspiracy-verhaal ontstaan uit deze verbrusseling, die misschien niet zo gek is als je denkt.
Het geheim van de Zenne
Parijs heeft de Seine en Brussel heeft de Zenne. Bijna iedere grote stad ontleent zijn ontstaansrecht immers aan een rivier? Voor Brussel geldt dat de oudste historie van de stad terug te vinden is op een paar eilandjes, die midden in de Zenne lagen. De oudst bekende naam van deze plaats was Bruocsela of Broekzele, dat wil zeggen een nederzetting (=zele) in het moeras (=broek).
Maar de rivier is vrijwel helemaal verdwenen. Het oorspronkelijke stadsbeeld is dusdanig veranderd, dat Leopold I, die van 1831 tot 1865 de eerste koning van de Belgen was, zijn stad nu niet meer zou herkennen. De Zenne is aan het einde van de 19e eeuw overkoepeld en heeft plaats gemaakt voor brede en statige boulevards. De rivier is getemd en loopt nu door buizen onder de stad. De enige plek waar je nog een glimp van haar kan opvangen is in het riolenmuseum aan de Anderlechtse poort.
De Zenne is een misselijke kleine rivier
De Zenne werd in 1853 beschreven als de meest misselijke kleine rivier ter wereld. Het had meer weg van een open riool dan van een statige rivier. Dit werd niet alleen veroorzaakt door het feit dat de Zenne het officiële riool van Brussel was, maar ook omdat de rivier in droge periodes het water niet kon afvoeren. Hierdoor veranderde de Zenne zomers in een vervuilde en stinkende modderpoel. In natte periodes overstroomde de rivier en kwam de vervuilde dreg in de stad terecht. De rivier was een bron van ziektes en veroorzaakte regelmatig stank en wateroverlast.
Aan de oevers van de rivier woonden de arme mensen uit de stad. Voor hen was de rivier (als ze niet droogstond) een handelsader. Hier was de levendigheid, waar zij hun geld aan verdienden. Ze woonden in kleine houten woningen, die de rivier deels overkapten. Verder werden de wijken gekenmerkt door nauwe, doodlopende steegjes waar het daglicht nauwelijks kon doordringen.
De ambities van Jules Anspach
In 1859 was de situatie bijna onhoudbaar. De cholera epidemie van 1849 werd aan de rivier toegeschreven en men was doodsbang voor een herhaling. De gemeenteraad van Brussel, onder leiding van Jules Anspach die in 1863 de burgemeester van Brussel zou worden, liet een aantal plannen ontwikkelen om de rivier te zuiveren of te kanaliseren. Het meest ambitieuze plan was een ontwerp van de architect Léon Suys. Zijn plan hield in om de Zenne deels te dempen. Een ander deel werd rechtgetrokken en overwelfd. Boven die overwelving was plek voor rechte en brede boulevards, die de binnenstad beter zouden ontsluiten en Brussel het aanzien moest geven van een echte wereldstad.
Parijs diende als voorbeeld voor Brussel
Anspach was een groot voorstander van dit plan. Hij zag hierin een mogelijkheid om rijke mensen de stad in te lokken. Bovendien zou het plan de ongezonde en dichtbevolkte volkswijken aanpakken. Deze wijken zouden een bestemming krijgen voor het zakenleven en de handel. Er werd gekeken naar wat de architect Hausman in Parijs aan het doen was. Brussel moest een stad met allure worden.
Het werk was enorm. Oude foto’s laten zien dat het centrum werd opengelegd en er werden twee zes meter brede steekbogen gebouwd, waar de rivier doorheen kon stromen. Aan weerszijde daarvan werden rioolpijpen gebouwd om het rioolwater op te vangen. Die pijpen moesten er ook voor zorgen dat overtollig water afgevoerd kon worden naar het kanaal Brussel-Charleroi.
Brede boulevards vervingen de Zenne
Tussen 1871 en 1873 werden een reeks nieuwe lanen aangelegd met een aantal prestigieuze gebouwen zoals de Beurs en het Zuidpaleis.
Helaas voor Anspach hadden de rijken niet zoveel zin om hun woningen in de voorsteden van Brussel in te ruilen voor de luxueuze appartementen, die aan de brede lanen werden gebouwd. Om de perceelverkoop te stimuleren, werd een architectuurwedstrijd uitgeschreven. De eerste prijs ging naar de architect Hendrik Beyaert. Het gebouw op de Adolphe Maxlaan is te herkennen aan het opschrift Hier ist in den Kater en de Kat.
Toch zou het nog enkele decennia duren voordat de lanen waren volgebouwd. Anspach zou dit niet meer meemaken. Hij overleed in 1879.
Noord-Zuid premetro
Tussen 1931 en 1955 werd het werk om de Zenne te overwelven verder voortgezet. Het probleem van de vervuiling en overstromingen had zich verplaatst en men wilde nu ook andere delen van Brussel laten profiteren van de voordelen die de ingreep had gehad in de binnenstad. Door deze aanpassing kwamen tunnels in de binnenstad droog te liggen. Deze drooggevallen tunnels werden omgebouwd tot de Noord-Zuid premetro tunnel; het ondergrondse metrotraject tussen het Noordstation en Zuidstation.
De echte zuivering van het afvalwater werd pas gerealiseerd door het openen van waterzuiveringsinstallaties in het begin van deze eeuw (tussen 2000 en 2007).
Justitiepaleis te Brussel
De overwelving van de Zenne was niet het enige imposante project dat Brussel aan Anspach te danken heeft. Anspach was weliswaar nog geen burgemeester toen de opdracht van de bouw van het Brusselse Justitiepaleis aan de architect Poelaert werd toevertrouwd, maar tijdens zijn ambtsperiode was hij erg enthousiast over dit project. Ook voor de bouw van dit enorme complex moest een volksbuurt wijken. Een groot deel van de Marollen ging plat. De bewoners van de Marollen zijn Poelaert nog niet vergeten. Architect is in Brussel nog steeds één van de grofste verwensingen die je iemand naar het hoofd kunt slingeren.
Galgenberg
Het Justitiepaleis werd opgetrokken op de vroegere Galgenberg, een plaats waar misdadigers opgehangen en ‘tentoongesteld’ werden als waarschuwing voor de bevolking. Er wordt verteld dat Vesalius driehonderd jaar eerder ‘s nachts de lijken van de misdadigers ging stelen om het menselijk lichaam te bestuderen. Genoeg stof voor spookverhalen, zou men denken, maar die verhalen ben ik nog niet tegengekomen.
Mythes en verhalen over het Justitiepaleis
Toch is het paleis van Justitie omgeven door mythes en vreemde verhalen. In de eerste plaats is er het mysterie van de toekenning van de opdracht aan Joseph Poelaert.
De toewijzing lijkt op zijn minst willekeurig. Er was een internationale architectuurwedstrijd uitgeschreven, waaraan Poelaert niet eens mee heeft gedaan. Hij maakte wel deel uit van de jury. Omdat de ontwerpen uit de wedstrijd allemaal werden afgekeurd, werd Poelaert uiteindelijk aangewezen als hoofdarchitect door de toenmalige minister van Justitie, Vicor Tesch.
Houtskooltekeningen
Over de bouwtekeningen van Poelaert wordt verteld dat hij deze tekende met houtskool. Daarbij was de artistieke waarde van meer belang dan de bouwkundige waarde. Of dit verhaal waar is, betwijfel ik. In 1862 werden alle voorontwerpen aan de regering overhandigd en onderzocht op haalbaarheid.
Ook is gezegd dat de bouwtekeningen vernietigd zijn in de brand van 1944, maar ook dat blijkt niet waar te zijn. Ik heb gelezen dat de bouwtekeningen in de kelders teruggevonden zijn en deels zijn gedigitaliseerd.
De waanzin van Poelaert
Poelaert zou tijdens de bouw van het justitiepaleis meerdere malen ontslagen zijn. Zijn manier van werken was te grillig en zijn ‘creativiteit’ werd niet echt gewaardeerd. Hij kwam echter keer op keer terug, omdat andere architecten vastliepen in het ontwerp. Uiteindelijk is hij waanzinnig gestorven. Men zegt dat een heks uit de volksbuurt Marollen jarenlang spelden gestoken heeft in het hoofd van een poppetje dat Poelaert voorstelde. Dit verhaal getuigt in ieder geval van de woede van de oorspronkelijke bewoners van deze wijk.
Dossier B.
Maar het interessantste verhaal is Dossier B., gebaseerd op het fictieve boek van de Belgische auteur Pierre Lidiaux. Dit ophefmakende boek heeft het over een labyrint dat in de funderingen van het gebouw verwerkt is. Het labyrint moet dienen als initiatieproces voor aspirant vrijmetselaars. Maar het is ook een zoektocht naar le Passage, de deur tussen het hedendaagse Brussel en de schaduwwereld van Brüsel.
De RTBF heeft hierover in 1995 een documentaire gemaakt. Volgens deze film is er een sekte op zoek naar Brüsel en behoren de initiatiefnemers van al die geldverslindende projecten tot deze sekte. Zij hebben Brussel met de grond gelijk gemaakt en heropgebouwd in een zoektocht naar een parallelle stad, waarvan de ingang vermoedelijk onder het paleis van Justitie is gesitueerd.
De film is gebaseerd op een scenario van Peeters en Schuiten. Je maakt in de documentaire kennis met Bruzel of Brüsel. De laatste speelt een hoofdrol in de stripserie over de “duistere steden” van Schuiten en Peeters. Brüsel is een stad in een fictieve wereld, die tot in detail is uitgewerkt. Het stripboek is een aanrader als je van dit genre houdt.
Ook De Laatste Farao over Blake en Mortimer is gesitueerd in het Paleis van Justitie. Het boek is een eerbetoon aan het werk van Edgar P. Jacobs, de striptekenaar van Blake en Mortimer. Het is in juni 2019 in beperkte oplage gedrukt.
Beide strips zullen ongetwijfeld collectors items worden. Klik op het plaatje om te kijken of ze nog verkrijgbaar zijn.
Grootsheid van de rechterlijke macht
Een iets realistischer kijk op het justitiepaleis is dat Poelaert de grootsheid van vrouwe justitia wilde uitbeelden. De gerechtigheid moet de hele stad overheersen en doet dat vanaf dit imposante gebouw. Door de combinatie van ijzer en steen is het gebouw innovatief qua materiaal en het was juist deze combinatie, die het mogelijk maakte dat het zo groot kon worden. Qua omvang is het justitiepaleis groter dan het Vaticaan.
Of het gebouw mooi is, laat ik aan de bezoeker over. Toen ik het in 2008 bezocht, stond het in de steigers en dat staat het nog steeds. Maar vanbinnen imponeert het. De enorme hal, die de bijnaam heeft gekregen de zaal van de verloren stappen, wordt gevormd door een immens grote zaal met gigantische pilaren. Precies in het midden tref je een windroos aan met zestien stralen.
Lievelingsgebouw van Hitler
Op 1 juni 1940 bezocht Hitler Brussel. Hij vond het een prachtig gebouw en liet zelfs verschillende gebouwen in een soortgelijke stijl ontwerpen. In 1944, enkele dagen voor de bevrijding, werd het gebouw door de Duitsers in brand gestoken om zo veel mogelijk belastende oorlogsdocumenten te verbranden. Het gevolg was de instorting van de koepel.
De symboliek van het justitiepaleis in Brussel
Als je door het gebouw slentert valt de symboliek op. Niet alleen verwijzingen naar vrouwe Justitia, maar ook naar de vrijmetselarij. De beelden bij de ingang stellen Griekse en Romeinse rechtsgeleerden voor. De leeuw symboliseert de Belgische staat, een embleem van macht en onafhankelijkheid. De gevleugelde leeuwen bewaken dan ook de ingang van het gebouw.
Verder is het gebouw opgedragen aan Athene, de godin van de wijsheid. Zij is, net als de rechtspraak, de behoedster van de menselijke beschaving. Op haar schild tref je het hoofd van Medusa aan. Dit schild tref je op meerdere plekken aan in het gebouw.
Overigens getuigt de relatie tussen Athene en Medusa nu niet bepaald van de wijsheid en beschaving. De wraakgierige Athene had de haren van Medusa in een nest kronkelende slangen veranderd. In het ene verhaal deed ze dit omdat ze jaloers was op de schoonheid van Medusa en in het andere verhaal omdat ze jaloers was omdat Medusa was verkracht door Poseidon. In ieder geval was de vloek van Medusa, dat iedereen die haar zag, in steen zou veranderen. Ze werd dus met recht een schrikgodin, die werd overwonnen door Perseus, die zijn schild gebruikte als spiegel. De aanblik van haar eigen hoofd in het schild van Perseus, maakte dat Medusa zelf in steen veranderde. Perseus gaf het hoofd vervolgens aan Athene, die het op haar schild plaatste om haar vijanden mee te kunnen verstenen.
(foto: Wikipedia / Jastrow)
Verdere symbolen zijn de olijfboom (vrede), de uil (wijsheid), de slang (wetenschap en kennis), stenen tafels (verwijzing naar de tien geboden) en het perkament (boekrol als verwijzing naar het vastleggen van afspraken). De meetlat en passer is het symbool van de vrijmetselarij. Poelaert was net als Anspach een vrijmetselaar.
De renovatie
Heel misschien dat het gebouw in 2032 zijn steigers kwijtraakt. Maar eerlijk gezegd is er geen reden tot optimisme. In september 2018 klapte architect Johan van Dessel uit de school. Zijn bureau (ARTER Architects) was in de beginjaren van deze eeuw verantwoordelijk voor de renovatie van de koepel. Daarna mochten zijn medewerkers het hele gebouw opmeten.
Acht mensen zijn daar twee jaar mee bezig geweest! Alle gegevens werden vastgelegd in een computerprogramma bij de Regie der Gebouwen, de vastgoedbeheerder van de federale staat. Een jaar later bleek deze organisatie het wachtwoord kwijt te zijn en kon men geen toegang meer krijgen tot het programma. Dit is slechts één van de voorbeelden van de geldverslindende operatie en een slecht functionerende overheid.
Inmiddels vallen delen van het plafond naar beneden en is een ander architectenbureau betrokken bij de restauratie. Men denkt dat er een bedrag van 100 miljoen euro mee gemoeid zal zijn, maar een bedrag tussen de 300 en 400 miljoen lijkt van Dessel realistischer. Het ijzer dat bij de bouw is gebruikt is inmiddels aan het roesten. Als er niet snel iets gebeurt, stort het hele gebouw in (iets waar niet alle Brusselaren rouwig om zouden zijn).
Corruptie bij de Regie der Gebouwen
Vanaf 2009 is de Regie der Gebouwen negatief in het nieuws. De Volkskrant spreekt over het aanvaarden van smeergeld en illegale prijsafspraken.
De lijst met concrete fraudegevallen telde meer dan 100 pagina’s en zou maar het topje van de ijsberg zijn. De rechtszaak over dit onderwerp sleepte voort tot oktober 2018. Volgens het Nieuwsblad (België) was de zaak toen verjaard en werd iedereen vrijgesproken. Een cynische ontwikkeling voor een organisatie, die zo nauw betrokken is bij de renovatie van het justitiegebouw.
Een bezoek aan het paleis van justitie
Het paleis van justitie is zeker de moeite waard om te bezoeken. Tijdens de verbouwing gaan de zittingen gewoon door. In principe zijn zittingen openbaar. Alleen even uitkijken als je met kinderen komt; niet alle zittingen zijn toegankelijk voor kinderen onder de 14.
Het gebouw is in alle opzichten indrukwekkend. Misschien lukt het je zelfs een zitting mee te maken in het Hof der Cassatie. Boven de toegangsdeur prijkt een portret van Filips de Goede. De ruimte is volledig opgetrokken uit Carrara marmer en de meubels zijn vervaardigd uit een imitatie van ebbenhout.
De beste manier op Brussel te bezoeken.
Uiteraard is er veel te bekijken in Brussel. Manneke Pis, Jeanneke Pis, maar ook het pissende straathondje, Zinneke, op de hoek van de rue des Chartreux en de Rue du Vieux Marché.
Mocht je in de buurt zijn van de oude haven van Brussel, dan is de Vaartkapoen van Tom Frantzen ook een geweldig beeld om te bekijken. Het staat op de hoek van Rue de Molenbeek en Boulevard Leopold II.
Wil je zorgeloos en niet al te duur alle attracties in Brussel bekijken dan raad ik je de combinatie van de Brussels Card en de Hop-on-Hop-off bus aan. De Brussels Card geeft je toegang tot 39 Brusselse topmusea en met de bus kun je overal zonder problemen komen. Je koopt de kaart online en je activeert hem bij de balie van visit.Brussels (de VVV) in het stadhuis van Brussel op de Grote Markt.